Vermaak(t)

Vermaak.jpg

De tien jaren dat ik hier in Zuilen woon, fiets ik regelmatig als ik naar het centrum ga, langs een prachtig woonschip dat in de Vecht ligt aangemeerd. Vlak achter de ‘Vertrouwen’ ligt de ‘Vermaak’. Intrigerende naam.

En als ik dan verder fiets mijmer ik over dat woord. Vermaak, vermaak, wat roept het allemaal op? Een woord uit een andere tijd, een beetje ouderwets. Ik proef ook strengheid en soberheid. Dat zelfs in het katholieke nest waar ik opgroeide het vrolijke en frivole gevierd konden worden maar wel met mate. En vermaak moet natuurlijk wel eerst verdiend worden.

Best lang mee geworsteld, dat omgaan met vermaak. Was het niet te simpel? Kon ik me als oefenende intellectueel daar wel mee bezig houden? Was vermaak niet voor de niet-zo-snuggeren? Het vermakelijkst ben je natuurlijk altijd als je het zelf niet door hebt.

Gelukkig ontmoette ik een clown bij wie ik in de leer kon. Meerdere clowns, die me leerden over vermaak, over de bevrijdende lach en over de fijne kneepjes. Hoe dommer hoe leuker en dat is nog een hele kunst.

Maar vermaak komt ook van het werkwoord vermaken. En iets dat vermaakt wordt is natuurlijk eerst gemaakt.

Ik had daar laatst een interessant gesprek over. Ik zei me erover te verbazen hoezeer makers en niet-makers van mening kunnen verschillen over, noem maar iets: tijd en moeite dat het kost om iets te maken. En over prijs. Gezamenlijk vermoedden wij dat -als je zelf helemaal geen maker bent- je ook veel minder stilstaat bij wat dat dus kost, iets maken. En alles wat daarbij komt kijken, dus ook de frustratie en extra tijd die je kwijt bent aan die onderdelen die niet goed gaan, mislukken, overnieuw gedaan moeten worden. Dat dat er gewoon bij hoort.

Een gapend gat in begrip dat alleen maar groter lijkt te worden als je kijkt naar de bulkproducten die wij in steeds groter getale krijgen voorgeschoteld. En waar we steeds meer genoegen mee lijken te nemen. Niet iets om vrolijk van te worden.

Evengoed vermaak ik mij meestal uitstekend als ik iets aan het maken ben. Sterker nog; er is bijna niets leukers dan iets te maken. Of te vermaken. En van het een komt het ander, ik herstelde de motgaatjes in mijn favoriete vest, deed nog even dat losse zoompje vast en bedacht toen dat ik toch eigenlijk wel weer eens een echte lange broek wilde, zo’n fijne wijde die écht, écht lang lang genoeg was. Of twee. En ook maar twee voor mijn lief. En een jas voor mezelf erbij. :-)

En nu zit ik vol bewondering te staren naar het prachtige kant dat ik van iemand kreeg terwijl ik beloofde er iets bijzonders mee te maken. En dat doe ik nu.

Ik maak er een Poskuns van, zodat het door veel meer dan één persoon bewonderd kan worden. Kantwerk, magisch maakwerk dat door geduldige vingers gemaakt is. Uren van concentratie, plezier, gevloek (ja, dat ook), en waarschijnlijk eindeloze gesprekken als makers onder elkaar.

Beatrijs WindComment